uit mijn Nederlands leesdossier creatief schrijven van 4 HAVO
Doortje
Vroeger heb ik me na voorlichtingen van school voorgenomen misdrijven altijd meteen te melden. Dat blijkt moeilijker te zijn dat ik dacht. Het is nu al een paar weken geleden en ik heb het nog steeds niemand verteld.
Het valt mensen de laatste tijd op dat ik erg stil ben geworden. Karin, mijn zus betrapt me er vaak op dat ik zo staar. Ik denk dan niet alleen aan het delict zelf. Nee, gelukkig niet, ik zou gek worden. Meestal denk ik aan de reden dat dit gebeurd is. Misschien was het wel niet gebeurd als ik gewoon mee was gegaan naar de kroeg met mijn vriendinnen, maar ik was een beetje moe en ik had vakantie dus kon elke dag naar de kroeg als ik wou. Ik voel ook haat. Hoe kan iemand iemand zo’n wond aanbrengen, gewoon maar omdat hij zijn behoeftes heeft.
Karin en Ivar plakten helemaal aan elkaar vast. Niet dat ze close waren, ze waren gewoon de hele tijd bij elkaar en ik hoorde ze ’s nachts als iedereen al sliep nog naar boven komen en naar bed gaan.
Zij was ouder dan hij. Dat vond ik best raar, bij ons kon zoiets niet. Als ik verliefd was op een jongen die jonger was moest ik hem van mijn populaire vriendinnen uit mijn hoofd zetten, want dat kon echt niet.
Karin
Het begon allemaal toen we, zoals elk jaar, weer zomergasten in de logeerkamers kregen. De logeerkamers lagen aan de achterzijde van het huis, uitkijkend op het meer. Doortje noemde de logeerkamers dan ook altijd het Achterhuis, zoals bij Anne Frank.
Het was altijd leuk en gezellig geweest om voor een paar weken gasten te hebben, ook dit jaar leken de gasten weer vriendelijke mensen. Het waren drie jonge mannen en een jonge vrouw. De jongste viel me meteen op. Hij was een jaar of 20 en een beetje verlegen. We konden het goed vinden en zaten in de eerste week vaak tot diep in de nacht op het terras te praten. Al snel had ik het gevoel dat we elkaar al jaren kenden. We waren voor elkaar gemaakt.
Gerard, de broer van Ivar en zijn vriend Matthew waren twee zogenaamd stoere jongens die elk weekend dronken een ‘chick’ pakten. Ivar was niet zo. Ze leken hem ook niet te missen. Dan gingen ze wel met z’n tweeën uit. Maar de meisjes hier in het dorp waren een stuk minder gewillig als bij hun in Rotterdam en ze werden aardig shaggerijnig.
Op een nacht, mijn ouders waren een weekendje weg. Het was twee uur, het gekke idee om in het meer te gaan zwemmen kwam in me op. We liepen samen naar het meer, kleedden ons uit en gingen voorzichtig het koude water in. Zomers zwom ik dagelijks in het meer, maar altijd overdag, als het warm was. Het voelde heel anders. Koud, vanzelfsprekend, maar alsof we in het rijk van de vissen waren. Het leefde er en de waterplanten leken groter dan ooit. We zwommen een stukje en zoenden wat. Toen gingen we er weer uit en liepen we omarmd naar het strandje. Daar vreden we.
De volgende dag was Doortje opvallend stil. Ik vroeg niks, want dacht dat ze ons misschien had gezien. Ik wist dat ze ’s nachts vaak wakker was, de nachten waren dan ook erg heet. Ze had me de dag daarvoor nog gevraagd waarom Ivar en ik altijd midden in de nacht pas naar bed gingen. Ik had haar toen verteld dat we elkaar leuk vonden, maar op een heel bijzondere manier, anders dan normaal. Ze vermoedde al zoiets en leek blij voor me te zijn.
Maar de stilte van Doortje bleef aanhouden. Soms als ik tegen haar aan het praten was kon ik zien dat ze probeerde te luisteren, maar steeds weer wegdroomde, en niet over iets leuks. Ik vroeg d’r herhaaldelijk wat er was, maar ze zei dat ze gewoon een slechte dag had.
Doortje
Karin had wel in de gaten dat er iets was. We kenden elkaar door en door en vertelden elkaar bijna alles. Ze vroeg een paar dagen elke dag wat er was, maar ik zei steeds dat er niks was. Ik weet niet waarom ik dat deed, misschien uit angst. Ik durfde er zelf niet over te beginnen en Karin gaf het na een tijdje op.
De weken die volgden waren erg zwaar. Ik sprak niet meer af met vriendinnen. Ze vonden het raar. Ik was altijd heel iniatiefvol geweest. Ze vroegen mij nog wel en af en toe ging ik nog wel in op zo’n voorstel, maar het was nooit leuk. Ik was niet meer de vrolijke meid waar ze bevriend mee waren. Nu ik niet meer vrolijk was moesten ze me niet meer. Ik had er wel verdriet om.
Ellis, een minder populaire vriendin waar ik nooit veel mee omging deed juist heel aardig en heeft heel erg haar best gedaan me me beter te voelen. Het leek alsof het zonder succes ging, maar diep van binnen, ik wou het niet toegeven, hielp het wel. Ik werd uitgenodigd om met een paar vriendinnen af te spreken bij onze ijssalon, de meesten deden vrolijk als altijd. Een keer werd ik boos, maar dat werkte averechts en ze begonnen over me te roddelen. Ze vonden het stom dat omdat ik ‘depressief’ was, zij niet meer vrolijk mochten doen. Begrijpelijk, maar niet als je je zo ellendig voelt.
Als ik hun vrolijke stemmen hoorde, voelde ik me zo onbegrepen. Maar het was m’n eigen schuld, ik vertelde niemand wat er was. Ellis stond me bij en we liepen naar het park toen we ons ijsje gehaald hadden. Ik had een hoorntje met drie bolletjes vanille ijs. Dat nam ik altijd als ik verdrietig was. Ellis had een hoorntje met twee bolletjes aardbei ijs. Ze begon rustig tegen me te praten en was stil als ik stilte wou. Ze voelde me aan. Ze vertelde over haar leven. Het was fijn We spraken vaker af en toen ze bleef logeren vertelde ze me over de dood van haar moeder. We moesten beide huilen en ik troostte haar.
Karin
Doortje was altijd een vrolijk meisje dat omging met populaire mensen. Zij kickte er op zoveel mogelijk ‘vriendinnen’ te hebben. Ik zei d’r nog dat ze beter een goeie vriendin kon hebben dan vijf slechte, maar luisteren deed ze niet. Na die dag lieten een aantal vriendinnen haar plotseling vallen.
Ze werd ’s ochtends wakker gebeld door Lisa, een van die populaire meiden. Ik bracht haar de telefoon. Lisa had gevraagd of zemeeging naar de ijssalon. Ze wou eigenlijk niet, maar na aandringen van mij ging ze toch. Om een uur of een werd ze thuisgebracht door een meisje dat ik maar een keer had gezien. Ze heette Ellis. Doortje zag er verdrietig uit. Zogauw ze me zag barstte ze in tranen uit en omarmde me. Ellis stond een beetje ongemakkelijk te wachten. “Kom binnen.” Zei ik.
We gingen boven op Doortje’s kamer zitten. Ellis vertelde dat , omdat Doortje de laatste tijd nogal stil was, een aantal vriendinnen haar steeds meer lieten vallen. Ik kreeg mijn gelijk. Maar hier ging het niet om wie gelijk had. Er was iets gebeurd met Doortje, en ik snapte niet wat en waarom ze het niet wou zeggen. Zelf wou ze het niet vertellen dus ik wachtte af.
Ellis kwam nu regelmatig bij Doortje. Ze zaten dan rustig op Doortje’s kamer, of bij het meer, en soms zelfs bij de ijssalon en voerden diepe gesprekken. Ik was blij dat Doortje nu een vriendin had die ook in moeilijke tijden bleef.
Na een paar weken toen Ellis bij ons was kwam Ellis naar me toe: “Doortje moet je iets vertellen. Ze is op haar kamer.” We liepen naar Doortje’s kamer en Ellis vroeg of ze mocht blijven of buiten moest wachten. Doortje zei dat ze binnen mocht komen, maar dat ze het nu niet ging vertellen. “Je doet het wel toch?” Ze knikt.
’s Avonds als Doortje net in bed ligt loop ik naar haar kamer en klop. “Binnen.” Ze zit op haar bed en kijkt me aan. Ik ga naast haar zitten. “Weet je nog, die nacht waar je over vertelde. Dat je met Ivar in het meer had gezwommen?” Natuurlijk wist ik dat nog. Het was geweldig geweest. “Ja.” Stilte. Ik miste Ivar. Hij zou volgende week komen en ik kon niet wachten hem terug te zien. Maar nu eerst Doortje. “ Wat was er toen?” “Nou..” Ze begint aarzelend. “Ik kon weer niet slapen, dus ik ging even naar de wc. Toen ik de wc doortrok..” Weer die aarzeling. “Toen kwam ik Gerard tegen in de gang. Hij was net terug van de kroeg en was dronken.” Een traan glijdt over Doortje’s wang. Ik leg mijn arm om haar heen. “Hij duwde me terug de wc in en..” Een snik. “Hij.. Hij deed..” “Toch niet..?” “Hij verkrachtte me!” Ze barst in huilen uit en ik huil met haar mee. Dit kon niet waar zijn. Het mocht niet! Mijn zusje, verkracht door de broer van mijn vriend. Het was te absurd. Die lul had gewoon mijn zusje, mijn lieve zusje, verkracht. Hoe kon die. Zoiets doe je niemand aan. Bij z’n gastgezin nog wel. Ik werd boos en wou hem opbellen en de politie en m’n ouders en Ivar. “Stop! Houd op.” Ik werd rustiger en troostte haar. Ik werd moe. Ze wou niet alleen slapen dus gingen we naar mijn kamer, ik heb een tweepersoonsbed, en gingen liggen. Na uren piekeren viel ik eindelijk in slaap. Hij moest gestraft worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten