3.1.11

infrastructuur - minor











spreads uit niet-definitieve versie boek over infrastructuur uit serie boeken over verstedelijking en meer
"... maar had nog steeds niet de warme doezeligheid voelen opkomen, dat diepe, opgeblazen niets. In plaats daarvan lag ze daar met haar koude hart, dat galmde als een leeg olievat, kleverig van de teer en half verroest."

"Dat soort tederheid mocht niet blijven. Niets wat zo mooi was kon lang blijven leven. Dat was niet toegestaan. Je mocht er alleen even van proeven, lang genoeg om te weten wat perfectie inhield, en vervolgens boette je er de rest van je leven voor. ... Je boette voor elke seconde van schoonheid die je wist te stelen."

"De slaap een vlinder, onnatuurlijk blauw, die door de maanverlichte kamer deed verslappen, haar liet wegdrijven. Even heerlijk als begraven worden, de aarde vlak om je heen, zwaar en zacht, met een heerlijke stilte. Ze wikkelde het huis om zich heen, de muren, dik als een fort, sponzig als de binnenkant van een reusachtige kurkboom. Dat was toch wat ze wilde? Ja, daarvoor was ze hierheen gegaan."
Janet Fitch- Portret In Zwart
waar je van houdt, dat verlies je. Al lijkt het soms, heel soms, alsof het niet zo was. Alsof het toch ook anders kan. Maar dat is dus maar schijn. En daar moet je het dan maar mee doen. Maar van de andere kant, nu kan er niemand meer dichtbij komen. Mij krijgen ze niet meer
film: Van God Los

archief